Oefeningen Nederlandse Letterkunde II

Titel Type oefeningen
De betekenisvarianten van 'en'/'ne' (Ferguut) Negatie, Synthese, Voornaamwoorden
De betekenisvarianten van 'en'/'ne' (Van den vos Reynaerde) Negatie, Voornaamwoorden
Flexie (Beatrijs) Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie
Flexie (Het Bouc van de Stede der Vrauwen) Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie
Flexie (Karel ende Elegast) Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie
Geef aan: naamval, geslacht, getal (Beatrijs) Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie
Geef aan: naamval, geslacht, getal (Karel ende Elegast) Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie
Geef aan: naamval, geslacht, getal (reis van Sint Brandaan) Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie
Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie (Ferguut) Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie
Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie (Van den vos Reynaerde) Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie
Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie (Walewein) Geef aan: naamval, geslacht, getal, flexie
Geef het onderwerp en de objecten (Ferguut) Zinsdelen
Het werkwoord 'sijn' (Beatrijs) Werkwoorden
Indicatief, conjunctief of imperatief? (Beatrijs, Mariken van Nieuwmeghen) Werkwoorden
Indicatief, conjunctief of imperatief? (Karel ende Elegast) Werkwoorden
Los de clisis op (Beatrijs) Los de clisis op
Los de clisis op (De reis van Sint Brandaan) Los de clisis op
Los de clisis op (Ferguut) Los de clisis op
Los de clisis op (Karel ende Elegast) Los de clisis op
Los de clisis op (Van den vos Reynaerde) Los de clisis op